Van pionier tot internationale voortrekker in hallenbouw

Duurzame hallen van de beste materialen, kwalitatief gemaakt in Finland voor internationale klanten. Dat is het basisidee van waaruit Best-Hall 45 jaar geleden ontstond. Drie directeurs van het bedrijf vertellen waarom deze gedurfde visie haar vruchten afwierp en hoe de hallenbouwer ook in de toekomst zijn toonaangevende positie zal behouden.

Toen drie pioniers in hallenbouw in het voorjaar van 1975 besloten om Best-Hall op te richten, was een hal met een stalen structuur en zeildoek totaal nieuw in Finland. In Zweden waren er al enkele hallen met een stalen frame gebouwd. 

“We hadden al luchthallen gemaakt en beseften dat een stalen frame de levensduur van een hal aanzienlijk zou verlengen," zegt Leif Kempas, de allereerste algemeen directeur van het bedrijf. 

De duurzame constructie trok onmiddellijk de aandacht – precies zoals Kempas en zijn zakenpartners Bjarne Skog en Taisto Virtanen hadden voorspeld. Zelfs nog voordat er een hal af was, sloten ze al een eerste verkoop in de Sovjet-Unie. 

De beste kwaliteit 

Volgens Kempas kwam de moed om een nieuwe markt uit te bouwen voort uit hun duidelijke visie en uit hun verlangen om de klanten iets beters aan te bieden. Na Rusland was er ook in Finland, Zweden en Noorwegen al gauw vraag naar de kwaliteitshallen. De superioriteit van de staalstructuur werd ook al snel opgemerkt in de bergachtige gebieden met hevige sneeuwval in Duitsland. 

De allereerste Best-Hall bouwden ze in Kruunupyy om er de eigen productie in onder te brengen. Maar al na enkele jaren werd de vestiging te klein en bouwde het bedrijf een nieuwe productiehal, op de huidige plaats in Kälviä. 

Volgens Kempas was het succes in de eerste plaats te danken aan goede werknemers en een positieve instelling. Vanaf het prille begin was samenwerking een van de kernwaarden van het bedrijf. 

“Vooral in de eerste jaren deed een klein team al het werk, en ieders bijdrage was nodig. Als een frame klaar was, sprongen enkele teamleden in een auto en reden ze naar de montageplaats. Kwaliteit heeft alles te maken met het werk perfect uitvoeren, en daarbij is de ingesteldheid essentieel.” 

Klantgerichte aanpak in het DNA 

Kempas en Skog trokken zich kort na 2010 terug uit de bedrijfsleiding. Ze verkochten hun aandelen in het bedrijf aan de Wiklög Group. 

Leif Fagernäs stapte in de rol van algemeen directeur. Al in het begin van de jaren 2000 was hij aangetrokken door de openheid die kenmerkend was voor het bedrijf. 

“Internationale activiteiten waren een deel van het dagelijks werk in Best-Hall. De hallen werden over de hele wereld geëxporteerd, zelfs tot op Antarctica, en de VS was het grootste exportland. Hun manier van denken was uitzonderlijk open en slechts enkele bedrijven in de bouwsector durfden in die tijd zo ver vooruitkijken.” 

Fagernäs schrijft deze openheid toe aan een klantgerichte aanpak, die volgens hem in het DNA van het bedrijf gegrift staat. 

“Alles begint bij welke soort hallen de klanten nodig hebben. We luisteren naar de behoeften van de klant, maken op basis daarvan de plannen en we werken de projecten samen af. De hele kerngedachte van het bedrijf is gebaseerd op klantgerichtheid – ook al dachten ze daar toen nog niet zo over.” 

Een nog duurzamere toekomst 

In maart 2020 startte Tuomas Tuomela als derde algemeen directeur van Best-Hall. Ook hij benadrukt hoe belangrijk het is de noden van de klanten te begrijpen. Een andere belangrijke succesfactor voor de toekomst is volgens Tuomela dat het bedrijf de productie en leveringen in eigen beheer houdt. 

“De winstgevendheid proberen verhogen door zaken uit te besteden kan de betrouwbaarheid en kwaliteit gemakkelijk in gevaar brengen. Door voortdurend onze eigen activiteiten zoals ontwerp- en productieprocessen verder te ontwikkelen, blijven we onze kwaliteit en ons concurrentievermogen waarborgen.” 

Tegenwoordig gaat ‘pionier zijn’ trouwens niet alleen over technische kwaliteit en klantenervaring. Het omvat ook voortdurende inspanningen om de milieueffecten van de bouw minimaal te houden. 

De voorbije jaren heeft Best-Hall geïnvesteerd in verftechnieken voor de frames die de levenscyclus van het doek verlengen. Het bedrijf heeft ook modellen gemaakt om de koolstofvoetafdruk voor de hele levenscyclus van een hal te berekenen, om klaar te zijn voor de CO2-emissiebeperkingen in de bouw. 

De eerste hal in Kruunupyy bewijst dat expertise in de staalskeletsconstructie de levensduur van de hal kan verlengen tot ten minste 45 jaar. Volgens Tuomela is dit een goede basis om hun positie verder te versterken. 

“Het concept van duurzaam bouwen maakt deel uit van de toekomst. De onderhoudsdiensten verder ontwikkelen, kan de levensduur van een hal met tientallen jaren verlengen. En door de milieubelasting te minimaliseren, kunnen wij voortrekkers zijn in het bouwen aan een betere samenleving.” 

De geschiedenis van Best-Hall in een notendop 

1975 Collega’s Leif Kempas, Bjarne Skog en Taisto Virtanen richten hun eigen bedrijf op

1975 In juni wordt de eerste Best-Hall gebouwd in Kruunupyy als productiesite van het bedrijf

1978 Verhuizing naar nieuwe site in Kälviä, intussen zijn er meer dan 20 werknemers

1991 Taisto Virtanens aandeel in het bedrijf gaat naar het Industrialization Fund of Finland Ltd.

1997 Wiklöf Group verwerft een meerderheid in het Industrialization Fund of Finland Ltd.

2008 Eerste samenwerkingsonderhandelingen als gevolg van de bankencrisis; het bedrijf komt er vanaf met wat technische werkloosheid

2010 Naast de pvc gecoate stoffen hallen worden stalen hallen onderdeel van het assortiment